Het na twaalven. De morgen begint. Ik lummel achter mijn pc en – hoewel een fervent klassieke muziek liefhebber – zorgen op dit uur meestal Pink Floyd, Led Zeppelin, Deep Purple, Dire Straits, Amy Winehouse en meer helden uit een ver of recenter verleden voor een pulserend geluidsbehang. Opeens denk ik: Nick Vos! Slaat nergens op. Ik zat met hem op de lagere school, De Sparrenbosschool in Bennebroek, en daarna gingen we samen naar het Coornhert Lyceum in Haarlem. Na het 3e schooljaar daar, verloor ik hem uit het oog. Waarom denk ik dan: Nick Vos?
Ik google en vind Nick Vos. Met gitaar. Moet kloppen. Dit jaar overleden. Ik schrik. Mannen en vrouwen uit het goddelijk bouwjaar 1956 sterven niet zo maar. Nick wel. 64 was-ie pas. Hij blijkt een gitaarheld van Haarlem en omstreken te zijn geworden. Dat verbaast me niks. Zou ik een vertraagde echo hebben opgevangen? Ik zoek in een oud foto-album. Daar staat-ie, op een klassenfoto uit 1968 van de 6e klas lagere school, op de achterste rij, met bril. Ik zit vooraan.
De volgende klassenfoto toont de brugklas en is binnen een jaar (!) genomen. Ik werd thuis zéér kort en klein gehouden en heb zelfs nog dezelfde kleren aan. Nick niet. Nick groeit snel en heeft een spijkerbroek aan (mocht ik niet) en een stoer bontgekraagd jack (mocht ik niet), en very slick instappers (mocht ik niet).
Naar Haarlem was voor mij 10 km fietsen, dus ik moest overblijven. Heel vaak heb ik bij Nick in Heemstede mijn 10 boterhammetjes opgegeten. Hij had een lieve moeder en een kast vol Donald Duckjes. Die lazen we stuk. Na 3 Havo ging ik naar 3 Atheneum en we verloren elkaar uit het oog. Toch, kort daarop, kwamen we elkaar nog eens tegen en bleek dat hij een band had. Ze hadden een oefenruimte, of ik eens kwam luisteren? Mocht ik van thuis natuurlijk niet. Ik verzon een smoes en op een donkere avond fietste ik naar Haarlem en moest ergens achter het station zijn. Een duister rangeerterrein, lichten die knipperden, glimmende rails, stootblokken, gedempte machinegeluid, snelle wolken voor de maan. Ergens weer een soort van perron op, een schuifdeur en daar was het! Ik stond perplex. In het halfduister zag ik op een groot, ouderwets tapijt enorme versterkers en boxen, een drummer, een bassist en Nick!
Een uur lang heb ik in een tsunami van geluid gezeten. Het was erg ‘underground’ maar Nick wist toch verrassende loopjes uit het enorme gedreun los te weken. 16 waren we, bijna 17. En ik móest weer naar huis en nog 10 kilometer fietsen. Tanden poetsen en op tijd naar bed. God, wat benijdde ik Nick. Terwijl ik alweer braaf in mijn bedje lag, speelde hij, tot diep in de nacht, de eternietplaten van hun oefenloods. Ergens diep weg, in duister Haarlem.
En ook al speelde dit een halve eeuw terug; ik zal hem missen.