De berichten in de media over traditionele kunst -zelf spreek ik liever van realistische of figuratieve kunst- zijn schaars. In de Volkskrant werd dan ook tot mijn verrassing op 12 november gewag gemaakt van een Engelse society die zich beijvert voor erkenning van het traditionele naaktschilderij. Dat is mooi. De afbeelding van het winnende schilderij deed echter onmiddellijk de vraag rijzen of de kunstwereld een beetje gek geworden is?
De voorzitter van genoemde society betoogt dat het met het naakt in 1907 fout is gegaan toen Picasso zijn Les demoiselles d’Avignon schilderde: “afzichtelijk en grotesk”. Een tamelijk karikaturale opmerking, maar laat ons eens onbevangen naar het winnende werk kijken (en winnend betekent: dit is het beste stuk van alle meedingende stukken).
Afgaande op de gepubliceerde foto zien we een kennelijk wulps bedoeld geval, diagonaal over het doek gedrapeerd. Zo geplaatst dat beide handen en voeten buiten zicht blijven. Dat is praktisch, want het valt niet mee om juist deze traditionele onderdelen van het lichaam overtuigend op het doek te krijgen. Het gezicht valt vrijwel geheel weg onder het Flame Coloured Hair. Ook dat is praktisch, want een traditioneel gelaat is eveneens lastig in verf te vangen. Ik raad het model wel aan op een andere shampoo over te stappen, want deze “betonlook” geef ik weinig kans. De plek waar ongeveer de mond zou moeten zitten, is dicht gekit met een kwak dubieuze lippenstift. Het lijf -en het is toch geschilderd door een vrouw- vertoont alle kenmerken van een dusdanig doorgevoerde plastische chirurgie dat zelfs SBS6 het nog niet op het scherm zou durven te vertonen. In schildertechnisch opzicht is een en ander ronduit een belediging voor verf en kwast. Miljoenen amateurs doen dit miljoen keer beter. De zo hoopgevende meisjesnaam van mevrouw Ulla Ploughman-Turner verandert daar weinig aan.
Rob Møhlmann
(kunstschilder/museumhouder)