Op donderdag 7 november verscheen er weer zo’n tendentieuze kop op de kunstpagina van de Volkskrant ‘De schilderkunst is dood, leve de schilderkunst’. Wat moeten we daar nu weer mee? In 2001 had men het in diezelfde krant al over ‘Aan het sterfbed van de schilderkunst‘. Doet men hier aan geforceerde stervensbegeleiding van een medium dat maar niet onder de zoden te meppen is; dat al 20.000 jaar stand houdt en dat daarmee toch echt wel zijn bestaansrecht heeft bewezen? Het medium ‘krant’ kan hier nog een puntje aanzuigen. Enfin, er werd weer boude nonsens gedrukt, dus moest daarop gereageerd worden. Tevergeefs natuurlijk, maar dan is er altijd nog het Internet. Mocht u van de reactie kennis willen nemen, lees dan verder.
Januskop
De kop ‘De schilderkunst is dood, leve de schilderkunst’ in de Volkskrant van 7 oktober 2004 suggereert dat een oude schilderkunst overleden is, maar dat diens troon direct door een nieuwe schilderkunst wordt ingenomen. Dat lijkt tenminste nog enigszins beloftevol, maar het blijkt een Januskop, want de inhoud van het stuk leert ons dat dit niet het geval is. Integendeel. Bij de uitreiking van de Koninklijke Prijs voor de Vrije Schilderkunst bleek volgens de jury dat Nederland internationaal niet meer meetelt en dat de rol als exportartikel beperkt is. Dat zijn de armzalige maatstaven waarlangs de kunst tegenwoordig gelegd wordt. Het artikel vervolgt met de vaststelling dat de grote maatschappelijke thema’s ontbreken en dat eeuwenoude thema’s als stilleven, portret en landschap domineren. Fout, want laatstgenoemde zijn genres, geen thema’s. In die genres kan een thema worden verbeeld, meer niet. Bovendien klinkt de gezochte maatschappelijke relevantie wel heel erg gedateerd. De kunst dient relevant te zijn en niets anders.
Dan volgt, volgens de schrijver, de ‘dodelijkste zin’ uit het juryrapport: de huidige schilderkunst ontbeert ‘role-models‘, voorbeelden voor de jongste generatie schilders, zoals ooit Rembrandt, Vermeer, Van Gogh of Mondriaan waren. Waar hebben we rolmodellen in het Engels nou weer voor nodig? Wat is dit voor juryjargon? Trouwens, Vermeer raakte al direct na zijn dood in de vergetelheid en werd pas 150 jaar later voorzichtigjes aan herontdekt. Hoezo was hij een ‘role-model‘? En in zijn eigen tijd stond hij door zijn thema en techniek zover van zijn medekunstenaars af, dat niemand hem heeft kunnen volgen. Ook niet na zijn herontdekking overigens.
De Nederlandse schilderkunst is springlevend, met of zonder ‘role-model‘ en ook in het buitenland. Dat was in 2003 al te zien op een grote Europese (stilleven)tentoonstelling in Duitsland (Panorama Museum) en straks, in 2005, in Iran (Museum for Contemporary Art) en opnieuw in Duitsland (Panorama Museum), waar hedendaagse Nederlandse schilders acte de présence geven van een kunst die gelukkig nog niet dodelijk geglobaliseerd is, maar levendig Hollands.
Rob Møhlmann, Venhuizen