Het is vandaag 4 mei. Een dag die altijd zo’n beetje begint als alle anderen, maar die naarmate hij vordert meer en meer in het teken van herdenking komt te staan, in het teken van de dood. Zo tegen etenstijd werpt deze dag zijn mantel van alledaagsheid af en weet hij volk en vaderland te binden, in elk geval tot twee over acht ’s avonds. Ook nu nog, na ruim 70 jaar. Maar deze 4 mei is toch iets anders. Voor mij althans, want ergens in de middag plofte de post door de brievenbus in de gang met vrolijke post vol felicitaties. In die roes opende ik ook een vierkante envelop waarin zich een rouwkaart bleek te hebben verstopt. Alles zonder zwarte rand, maar toch: Anita Franken is niet meer.
Weer is er een collega-kunstenaar afgereisd naar de Parnassus om er de Muzen te ontmoeten, die donderse meesteressen, die ons tijdens het aards verblijf zo duchtig en onbarmhartig heen en weer weten te slingeren tussen hoop en wanhoop, tussen verslagenheid en victorie. Hier, in de Muzeheerd, heerst nu verslagenheid, terwijl ik al sinds de zomer van vorig jaar wist dat het een ongeneeslijke ziekte betrof en sinds februari van dit jaar dat het plotseling bar slecht ging. Anita heeft de 60 net niet gehaald. Ondanks dat ze een Sterk Wijf was. Dat is niet mijn benaming, maar door haar, samen met mijn vrouw Laura bedacht. Dat was toen Anita, jaren geleden, gebukt onder verdriet ons in Venhuizen bezocht en er bij Laura net MS was vastgesteld. Ellende, die getrotseerd werd in de oprichting van een klein, maar sterk genootschap: De Sterke Wijven. Niemand die toen kon weten dat bloedkanker Laura zou vellen in 2010, op 60 jarige leeftijd, en longkanker Anita in 2017, op 59-jarige leeftijd.
Van Anita’s beelden waren we al direct flink gecharmeerd. We kochten ook twee werken voor de collectie: het expressieve Meisjesgeheimen (2003) en de introverte Wende (2004). Uit Meisjesgeheimen spreekt girlpower, oftewel ‘sterke wijvenkracht’. Wende is veel meer in zichzelf gekeerd. En wie goed naar de schouders van Wende kijkt, ziet een eerste aanleg van twee vleugels; een engel in wording.
Die vleugels heeft Anita – eigenlijk sinds de laatste jaren – op een andere manier ontwikkeld tot een vlucht. Misschien wel een zweefvlucht. Bovenstaande foto, gemaakt in haar atelier, laat daar de letterlijke aanloop toe zien. Grappig is dat de hele ‘Muybridge-sequence’ op een zwevende plank is gezet en de houten sokkeltjes weer op van allerlei om het allemaal de lucht in te krijgen. Het laatste beeld (links) maakt de sprong. Niet naar vliegen, maar naar drijven. Floating…
Daar zouden haar laatste beelden over gaan. Ze kwam met een mooi exemplaar op de tentoonstelling ‘Spiegeling’ in 2015, toen ze nog nergens van wist. Ze kwam er met drie in het najaar van 2016, toen ze al vier chemo’s achter de kiezen had. Ze kwam ze brengen en ze wees de beelden hun plaats in de ruimte. En zo zweefden ze drie maanden lang als verloren engelen. En de mensen die het zagen zeiden: “zie, het zijn beelden van brons, maar ze drijven. Is het geen wonder?”.
En nu heb jij je aanloop genomen, Anita. En wat je van een Sterk Wijf mag verwachten: krachtig genoeg om los te komen van de aarde.
Waar je heen drijft weten we niet, maar je bent zonder ballast nu, en naar ik hoop: gelukzalig dobberend op de kabbeling van de eeuwigheid.
* Foto’s vergroten als u erop klikt.