Exposities
Archief15 realisten
Technieken:
diverse
Duur expositie:
14 februari t/m 18 april 2004
Publicatie/Boek:
Stil even… (bestelwijze: zie onder)
Service
Bij deze tentoonstelling verschijnt het volledig in eigen beheer uitgegeven tweetalige boek ‘Stil even…/Be still…’. Het is gebonden, heeft een harde kaft en telt 112 pagina’s, waarvan 64 pagina’s full-colour met werken van alle deelnemende kunstenaars. De geïllustreerde teksten zijn van Rob Møhlmann en behandelen het stilleven toen en nu. Tevens wordt iedere schilder afzonderlijk besproken. En er is een voorwoord van Gerd Lindner, directeur van het Panorama Museum te Bad Frankenhausen, Duitsland.
Voor wie de komende tijd verhinderd is om naar het museum te komen: bestellen kan via onze online winkel.
Stil even…
Het hedendaagse Hollandse Stilleven
Nederland staat wereldwijd bekend om zijn voortreffelijke schilderkunst uit de Gouden Eeuw. Zeker stillevens uit die tijd zijn erg geliefd. Ze zijn te vinden in talloze collecties en musea over de gehele wereld. Dat de stillevenschilderkunst vandaag de dag in ons lage landje nog steeds op het hoogste niveau wordt beoefend is bij een groot publiek nagenoeg onbekend. Stillevens worden nu eenmaal vooral geassocieerd met “toen” en niet met “nu”. Museum Møhlmann te Venhuizen waagt een eerste poging om dit eenzijdige beeld krachtig bij te stellen met de stillevententoonstelling “Stil even…”. Een deel van de werken is overigens te koop. Een tweetalige publicatie (Ned/Eng) vergezelt deze prachtige expositie, waaraan 15 van de beste kunstenaars een bijzondere bijdrage leveren. Deze zijn:
Epko Cordèl, Flip Gaasendam, Kenne Grégoire, Henk Helmantel, Chris Herenius, Aad Hofman, René Jansen, Frans Klerkx, Pieter Knorr, Harry Meerveld, Rob Møhlmann, Rein Pol, Ben Snijders, Herman Tulp en Hennie van der Vegt
Het begrip stilleven roept vandaag de dag niet echt sensationele associaties op. Het blijft veelal steken in saai, stoffig en sullig. Ten onrechte vindt men bij Museum Møhlmann, want in de jaren 40 en 50 van de 20e eeuw werd een generatie (stilleven)schilders geboren die het stilleven de laatste decennia weer helemaal heeft teruggebracht. En dat op een nog steeds ongekend hoog niveau. Dat bleek onlangs nog, toen in 2002 op een grote Europese stillevententoonstelling in het Duitse Panorama Museum de Nederlandse delegatie schitterde met een uitgelezen selectie. In de begeleidende catalogus werd al opgemerkt dat Nederlandse schilders niet alleen vroeger een aparte plaats innamen, maar dat nog steeds doen. Kennelijk bestaat er een kenmerkende kwaliteit die uniek is voor ons lage landje. En soms is er een vreemd oog voor nodig om die eigen kwaliteit opnieuw te herkennen en te waarderen. In eigen land bleef genoemde tentoonstelling helaas onopgemerkt. De tentoonstelling “Stil even…” laat nu zien dat de stillevenschilders van nu de fakkel van toen met verve verder dragen.
Waaruit bestaat nu die hedendaagse kwaliteit? Schildertechnisch gezien uit een bijzonder hoog vakmanschap. En artistiek gezien blijkt de Nederlandse stillevenschilder als geen ander de suggestie van ruimtelijkheid en tastbaarheid te kunnen oproepen, waarbij tegelijkertijd allerlei invloeden van de moderne kunst zijn opgenomen en verwerkt. Het schilderen van stillevens moet ook niet verward worden met fijnschilderkunst. Daar zitten op deze tentoonstelling zeker opvallende voorbeelden van bij, maar er wordt in nog grotere getale vlot en los geschilderd. Dat lijkt makkelijker, maar de toets moet dan ook wel raak zijn en dat vermogen is vrij zeldzaam.
Had het stilleven in de 17e eeuw vooral een moraliserende boodschap, thans overheerst de artistieke boodschap. Het huidige stilleven wil zeker niet belerend zijn, maar wil laten zien hoe bijzonder het alledaagse is en hoe dat kunstzinnige verbeeld kan worden. Daar komt de moderne tijd om de hoek kijken: de vrijheid waarmee het huidige stilleven wordt benaderd is groter dan ooit. De cantates en tafelmuziek van weleer worden vandaag doorspekt met jazz, minimal music, blues, kamermuziek en pop. In plaats van een verhaal gaat het de schilder nu in hoge mate om de rangschikking van kleur, vorm en lijn op een plat vlak, maar altijd met het driedimensionale als criterium. In feite: abstracte waarden met de werkelijkheid als norm. De vertelling is daarbij vervangen door atmosfeer, stemming en verwondering om het doodgewone.
Het hedendaags stilleven heeft één ding in ieder geval wel gemeen met het klassieke: toen én nu werd het op de onderste sport van de kunsthiërarchische ladder geplaatst. Maar eveneens toen en nu heeft zich telkens weer een trouwe groep van liefhebbers rond dit genre geschaard. En vanwege de kennelijk onuitroeibare drang van schilders om ruimtelijkheid, bijna tastbaar of anderszins zintuiglijk te verbeelden én die van liefhebbers om daar intens van te genieten, zullen zij samen dit fascinerende genre wellicht tot het einde der tijden overeind houden. Ladder of geen ladder.