Exposities
ArchiefTobias Baanders
Technieken:
alkyd, olieverf
Duur expositie:
23 maart t/m 29 april 2001
Publicatie/Boek:
Service
Tobias Baanders
Tobias Baanders is opgegroeid in een van de drassigste stukjes Nederland: Vinkeveen. En nog steeds woont en werkt de schilder in dit op de natuur veroverde oerhollandse landschap, waar de hemel zich overal kan spiegelen, waar boven onder kan zijn en omgekeerd. En waar, als de vorst regeert, juist per schaats gebieden kunnen worden bereikt die anders voor altijd aan de horizon zouden blijven liggen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de kunstenaar zelf een verwoed schaatser is en zelfs de barre omstandig- heden van een Alternatieve Elfstedentocht in Finland niet schuwt.
Als kind beleefde hij al vroeg onnavolgbare avonturen aan de zompige rand van de sloot, waarin het krioelde van het leven in zijn meest verbijsterende verschijningsvormen. Die ongekende wereld moet de basis hebben gelegd voor zijn latere fantasievolle schilderkunst waarin zeker de vis een prominente rol opeist.
In het bijbelse verhaal over Tobias wordt – na tal van wonderlijke avonturen in gezelschap van een engel incognito – uit een gevangen vis het geneesmiddel bereid, dat Tobias vader van zijn blindheid zal genezen. Die blindheid ziet Tobias Baanders in de wereld om zich heen, in de vaak even vernietigende als egoïstische activiteiten van de mens. Hij laat wanhopig de vissen vliegen en smeekt om de wijsheid van de uil, die zich – getuige het schilderij ‘Camouflage’ uit 1994 – alleen door de mens vermomd als vis in alle rust laat bestuderen. De grootste vis is, net als de mens, een zoogdier: de walvis. Maar diens hersenen-structuur is ingewikkelder dan die van de mens en misschien moet hij daarom wel in staat worden geacht om boven onze besneeuwde polderlandschappen te kunnen zweven, om zijn eigen gewicht op te heffen, om ondanks zijn enorme capaciteiten niet gewichtig te zijn, zoals de mens zich dat maar al te graag verbeeldt.
Tobias Baanders poogt middels zijn even bizarre als reële beeldtaal de mens zijn gezichtsvermogen terug geven, hem wakker schudden uit de dommel van zijn bewustzijn. Breughel ging hem voor. En Bosch. Niet de minsten, maar nu hebben we Baanders.
Met kunst die wat voorstelt.