Nieuws

Precies een jaar gelden was Har Sanders nog energiek in de weer voor zijn grote solotentoonstelling in ons museum. Hij leek wel een vent van zestig. Die aanblik deed je vergeten dat zijn lichaam ondertussen al wel tachtig jaar druk in de weer was. Ook was hem niet aan te zien dat hij al enige tijd tobde met zijn gezondheid.

Eigen weg - nieuws - 18 mei 2010De tentoonstelling werd een succes en bovendien werd hij geridderd. De Afdeling Nazorg van ons museum vermoedde dat na deze grote uitbarsting het gevaar van de Grote Leegte zou kunnen opdoemen. Om dat voor te zijn werd hij ook uitgenodigd om mee te doen aan de Elfde Onafhankelijke Realisten Tentoonstelling in het laatste kwartaal van 2009. Dat had effect: Har maakte nog enige schilderijen en bezocht geregeld de tentoonstelling.
Na de 11e ORT sloot het museum voor de winter zijn deuren, niet wetend dat het koudste seizoen bij Har de deur op een kier vond. Het ging niet goed. En hoewel hij er met zijn vrouw Ans soms nog even op uit trok, raakte de werklust besneeuwd en verstijfde de vorst zijn doorgaans zo vlotte tred. Toen hij ook geen brieven meer verstuurde (hij moet er duizenden hebben geschreven) was dat een teken aan de wand. Het voorjaar kwam nog wel langs, maar met onvoldoende kracht om Har weer op te warmen. Op 12 mei sloot hij in alle rust zijn ogen, omringd door zijn familie. Vandaag, 18 mei, hebben we met zijn allen afscheid van hem genomen, herinneringen opgehaald en hem aan de aarde toevertrouwd.

Hij heeft nu echt rust, maar – zo het mogelijk zou zijn – verdenk ik hem er stellig van met intense belangstelling het verval in en om hem heen te blijven volgen. Het hout van de eenvoudige kist zal hem veel te nieuw zijn geweest. Zelf schreef hij:

“Mijn aangeboren liefde is het verval. Ik zie de sleet, de verwering. Ik ken deze materie. Ik onderga daarvan de bekoring als geen ander”.

Moge desalniettemin zijn kunst daar nog lang van gevrijwaard blijven.

Museum Møhlmann

Museum Møhlmann



Pin It on Pinterest