Omdat vele mensen van Laura’s toestand weten, meer mensen dan we kunnen bereiken, een kort bericht over haar. Woensdag is Laura per ambulance naar het ziekenhuis vervoerd en opgenomen. Ze was zo ernstig ziek en verzwakt dat haar specialist (die speciaal bij ons thuisgekomen was) directe opname noodzakelijk achtte, maar dat wel aan haarzelf overliet. De laatste weken ging het al erg slecht: totaal verzwakt, koorts, uitdroging en nog meer vermagering, ondanks dat zij zich dapper probeerde te handhaven. Helaas – ook met mijn hulp – ging dat niet meer. Ze gaf nu eindelijk toe.
Bij opname bleek dat ze moest vechten tegen een schimmelinfectie, een bacteriële infectie en een virusinfectie. Voor een gewoon mens al vaak te veel, maar voor iemand met beenmergkanker is dat fataal. Immers: het eigen beenmerg kan geen bloedcellen meer maken die aan het verweer kunnen bijdragen. Ze heeft een sonde gekregen voor voeding, een infuus voor vocht en medicijnen, zuurstof, en meer van die dingen.
Donderdag waarschuwde de verpleging (die echt heel goed werk verricht) mij expliciet voor de ernst van haar toestand en achtte het zelfs raadzaam dat ik in het hospitaal bleef slapen. Vrijdag en zaterdag: idem. Haar krachten zijn dan ook volledig verdwenen, haar hele lichaam doet pijn (waar ze het nooit over heeft) en toch weet ze zich soms met vrouw en macht voor een moment in zitstand op de rand van het bed te krijgen. Dan wurmt ze met de grootste moeite een lepeltje thee, of vla in haar mond – waaruit verleden jaar preventief het hele gebit getrokken is om infectie te voorkomen – en valt dan uitgeput in een korte, rusteloze slaap.
Ze wil zeker geen bezoek, ze is te ziek voor alles en iedereen. Desondanks blijft ze – als ze helder en bij is – vragen naar het museum, naar de vorderingen van het inrichten van de 12e ORT (iets wat zijzelf altijd het liefste deed) en staat ze erop dat – wat er ook gebeuren mag – alles doorgaat als gepland. Samen met onze onbetaalbare vrijwilligers, proberen we dat voor elkaar te krijgen en gaat dat ook lukken. Als iets niet helemaal blijkt te kloppen, dan moet het maar.
Sinds afgelopen zondag lijkt Laura’s neerwaartse spiraal voor een moment te zijn gestopt. Ze maakt een stabielere indruk, ze is minder verward, ziet minder ‘visioentjes’ en weet overigens nog steeds precies wat ze wel en niet wil. Ze slaapt veel, eigenlijk allemaal hazenslaapjes, maar blijft wonderbaarlijk alert. Haar specialist verwoordde dat maandagochtend zo: “de negatieve spiraal lijkt tot stoppen te zijn gebracht, u lijkt ook ietsje krachtiger en we kunnen ook weer beter communiceren.” En tegen mij op de gang: “Ik hoopte op haar vechtlust.” Het is procentueel allemaal, maar toch, ze geeft niet op, ook al is ze zich tegelijkertijd wel degelijk zeer bewust van de dodelijke ernst. Ik koester dan ook geen valse hoop en wil die ook niet wekken, maar het is verbazend en verbijsterend hoe ze tot het einde toe betrokken is en overeind tracht te blijven.
De 12e ORT wordt een mooie tentoonstelling. Ik draag hem aan haar op en hoop dat er nog vele mogen volgen. En tegen beter weten in: liefst met haar, mijn muze.