Er schijnt iets in de lucht te hangen, want op maandag 26 maart prijkte Møhlmann op de voorpagina van Het Reformatorisch Dagblad. Het betrof de aankondiging van een hele pagina onder de naam Talent. Het prikkelende bijschrift luidde: ‘Realistisch schilderen mag weer’.
De subkop van het artikel, geschreven door G. Ligtenberg, luidde: “Echtpaar Møhlmann vormt centraal punt voor een groeiende groep ‘realistische’ kunstenaars” met daaronder in het groot: “Ik stel alleen maar stukjes huid tentoon”.
De laatste quote is opgetekend uit de mond van de schilder Rob Møhlmann, die zichzelf omschrijft als:
“een armzalig jager en verzamelaar. Ik stel stukjes huid tentoon, omdat de inhoud me telkens ontglipt. Echter, mits goed geprepareerd, gaan ze tamelijk lang mee, zijn ze een lust om naar te kijken en doen ze een verrassend appel op onze tastzin. Wie weet geven ze ook nog wat warmte.”
De auteur blijkt zich echt in zijn onderwerp te hebben verdiept en ook werkelijk alle literatuur hierover te hebben doorgespit. Naast zijn eigen analyse komt hij met tal van terechte citaten, zodat bij elkaar een heel interessant en leesbaar stuk is ontstaan. Jammer genoeg is het stuk te groot om hier in zijn geheel op te nemen, maar misschien dat dit er toch ooit van komt.
In het artikel wordt in een aparte inzet het Cantoproject uitgelegd en besproken en zijn van een zestal Canto’s afbeeldingen opgenomen. Vermeldingswaard is verder zeker de fraaie, 5-koloms atelierfoto, gemaakt door H.J. Visscher.