Rob Møhlmann
BiografieIntroductie
Rob Møhlmann werd geboren in 1956 te Hillegom. In 1977 vestigde hij zich te Amsterdam als (autodidact) kunstenaar.
Sedert zijn eerste penseelstreek poogt hij het begrip ‘werkelijkheid’ op artistieke wijze te doorgronden. Dit kunstzinnig onderzoeken mondde o.a. uit in het Cantoproject (1982-1993), een serie schilderijen waarin voortdurend hetzelfde conservenblikje centraal staat, maar waarbij telkens de omgeving (en dus de context ofwel de realiteit) op intrigerende wijze verandert.
Na 1993 ontwikkelde Rob Møhlmann het – in de schilderkunst ongekende – waarnemen en weergeven vanuit het hoogste standpunt, dus loodrecht boven het onderwerp. Hij noemt dat: valkperspectief; een dergelijk schilderstuk: een bovenafje; de manier van werken: bidden boven het beeld. Opvallend is dat een dergelijk werk geen onder- of bovenkant meer kent en feitelijk op vier manieren kan worden opgehangen. Overigens schildert hij al zijn stillevens consequent in een verhouding 1:1 in relatie tot de werkelijkheid.
Het Noordhollands Dagblad vatte dit alles in 1997 krachtig samen als ‘realisme in zijn hevigste vorm’.
De diverse ateliers: het begin
Ongeveer halverwege 1977 belandde Rob Møhlmann in Amsterdam en woonde die eerste maanden op een sombere zolderkamer. Het adres was Jan van Galenstraat 201. Er werd een eerste schilderij in elkaar geknoeid
Na de zomer startte hij aan de lerarenacademie De Witte Lelie te Amsterdam de opleiding tekenen-handvaardigheid. Dit was een compromis met zijn ouders, die weinig vertrouwen hadden in een bestaan als kunstschilder. De opleiding verkeerde echter in een uiterst experimenteel stadium. Hij leerde er niets en vertrok binnen 6 weken. Ondertussen had hij daar wel zijn toekomstige vrouw Laura ontmoet. Ook zij vertrok.
In het najaar van 1977 was de liefde zodanig opgebloeid dat het tweetal besloot samen te wonen, d.w.z. de schilder trok bij zijn geliefde in op haar etage. Het adres was Rustenburgerstraat 277². Een kamer met keukentje op de derde etage vormde het eerste atelier, waar de eerste serieus bedoelde werken ontstonden. Bijgaand voorbeeld ‘Sisley in het atelier’ uit 1978 is daar een vroeg voorbeeld van. Het uitzicht vanaf het dak is te verbeeld in het schilderij ‘Perspectief’.
De diverse ateliers: Des Présstraat
In het najaar van 1980 deed zich de mogelijkheid voor om te verhuizen naar de Des Présstraat 8 in Oud-Zuid. Een zeer klein straatje geheel achter in de Concertgebouwbuurt. Zelfs menig taxichauffeur kende het niet. In april 1982 werd op deze plek met het Cantoproject begonnen.
Canto 7 toont een blik naar buiten. Er werd gewerkt op de zolderetage, waar een voormalige lattenzolder plus kolenhok tot atelier werd verbouwd. Bijgaand schilderij ‘Gezicht op kerk en gevangenis’ uit 1981 toont het achteruitzicht. In de zomer van 1984 werd bekend dat de buren op no. 10 zouden gaan verhuizen. Het lukte om deze huurwoning over te nemen. Deze woning had wel een douche en een balkon.
Canto 38 laat iets van de overzijde van de straat zien en Canto 39 van het atelier. Opnieuw moest hier de lattenzolder eraan geloven en werd de muur doorgebroken naar de extra kamer.
De diverse ateliers: Hoorn
Op 2 juni 1988 werd een reuze gok genomen en het koopcontract getekend voor een negentiende-eeuwse woning in de oude binnenstad van Hoorn op het Nieuwe Noord no. 44. Het pand bleek een bouwval en zeventiende eeuws. Er werd een jaar gebouwvakt en niet geschilderd. De timmerwerkplaats werd atelier.
Enigszins vervormd is een deel van het atelier te zien in de deurknop van Canto 85. De timmerwerkplaats was voorheen winkel met twee grote etalages op het westen. Het zonlicht was zeer storend. Van de nood werd een deugd gemaakt door de etalages af te schermen en er werk (te koop) in op te hangen.
De diverse ateliers: Westerkerkweg
In december 1990 werd een woonboerderij met inpandige stal te Venhuizen gekocht op de Westerkerkweg 61. Hoewel in een betere staat gingen ook hier ruim drie man- jaren zitten in de verbouwing. Maar toen was de woning ook comfortabel; er was een groot atelier onder de rieten kap (120m²) en een ruime tentoonstellingsruimte (180m²). De Canto’s 116, 117, 118, 119, 120 en 121 laten een rondgang door het atelier zien. In 1993 ontstond hier de laatste Canto.
De diverse ateliers: De Buurt
In maart 1999 werd het pand op De Buurt 60 in Venhuizen gekocht: een voormalig kaasfabriekje met een grote schuur. Dit grote huis (net zo groot als de boerderij met expositieruimte) verkeerde in zeer goede staat. Er werd niet meer gebouwvakt; de schuur werd door de aannemer verbouwd tot Museum & Galerie. Het achtergedeelte het woonhuis is thans atelier. Rond 1 oktober werd naar dit pand verhuisd. Het schilderij ‘In de hof’ uit 1999 toont de schilder in zijn kersverse atelier.