Rob Møhlmann
CantoprojectHet Cantoproject 1982-1993
Over het Cantoproject verscheen in 1997 de dunne publicatie ‘Het Cantoproject 1982-1993, Een blik op de werkelijkheid’ . Deze uitgave, met bijna alle Canto’s in zwart-wit en 16 in kleur, is nauwelijks meer verkrijgbaar. In 2011 verscheen ‘De Canto Collectie’. Dit dikke boek beval álle Canto’s in kleur alsmede vele detailopnamen en is nog wel verkrijgbaar.
Natuurlijk is een bezoek aan het museum de beste manier om de totaalindruk van het Cantoproject te ondergaan en te beleven. Het blijkt dat bezoekers – ook na herhaalde visites – telkens nieuwe details, betekenissen en lagen vinden. De complete serie is echter ook te zien op deze website onder Canto Collectie. Hieronder een korte samenvatting over het Cantoproject dat onder de naam Canto Collectie permanent op zaal te zien is.
Korte uitleg Cantoproject
In 1982 werd begonnen met het Cantoproject. Het oorspronkelijke doel was om een kleine serie te maken (ca. 5 tot hooguit 10 stuks) over één enkel conservenblik. Dit gebeurde in een tijd dat het realisme in de kunst als een zinloos verschijnsel was weggezet. Møhlmann wilde proberen duidelijk te maken dat zelfs het meest banale voorwerp uit onze alledaagse, zogenoemde bekende werkelijkheid, nog genoeg artistieke potentie in zich zou kunnen hebben om ‘bij wijze van spreken’ een heel schildersleven zinvol mee te vullen. Hij verzwaarde deze opdracht echter met een aantal, nog eens extra beperkende regels.
Allereerst diende het formaat van elk werk even groot te zijn (30 x 40 cm) en ook het conservenblik moest altijd even groot en op precies dezelfde plaats in het beeldvlak van elk volgend schilderij terugkeren. Daarbij werd het consequent onder dezelfde hoek waargenomen. Verstikkende regels, maar achteraf gezien activeerde dat juist de creativiteit en scherpte zich daardoor het oog om uiteindelijk ook in het meest ordinaire de mooiste (be)spiegelingen te ontdekken. De bescheiden opgezette serie liep al snel volledig uit de hand en uiteindelijk zou daaraan – met enige onderbrekingen – gedurende elf jaar worden gewerkt. De jonge schilder was door zijn eigen credo gevangen genomen.
Toen er 121 Canto’s klaar waren (het zouden er 124 worden), reisde de serie gedurende tweeënhalf jaar langs diverse culturele centra en musea door Nederland. Canto 122 en 123 hebben dat nooit meegemaakt, want die stonden nog op de ezel en Canto 124 is in het schetsstadium blijven steken, want toen had Møhlmann zich eindelijk aan de dwingende blik van het blik weten te ontworstelen. Na enige tijd permanent in Museum het Markiezenhof te zijn tentoongesteld, exposeert de schilder de serie sinds 1997 in zijn eigen tentoonstellingsruimte.
De volgorde is chronologisch. Zo is niet alleen een ontwikkeling in de techniek zien, maar ook in de benaderingswijze van het onderwerp. Bovendien reist de kijker mee door de tijd en volgt hij als het ware de zwerftocht van het Cantoblikje door de verschillende ateliers van de schilder. De serie kent daardoor dan ook per ongeluk een autobiografisch aspect. Binnen die tijd van 11 jaren maakt de kijker aan de hand van miniseries binnen de grote serie ook andere ‘tijdsmomenten’ mee, variërend van een dikke seconde tot een dag en langer. Op deze wijze kon voor het eerst het begrip ‘tijd’ binnen een realistisch werkstuk worden opgepakt. Ook het begrip ‘ruimte’ krijgt door de verschillende opeenvolgingen in deze serie bijna een extra dimensie.
Ondanks tijden van soms bittere armoe en tegenslag is er nooit ook maar één Canto verkocht. De serie is dus nog geheel compleet. In de laatste twee jaar ontving Rob Møhlmann een Individuele Subsidie van destijds het Ministerie van WVC. Daarna zette hij een (voorlopige?) punt achter het project. Hoewel er inmiddels een kooplustige animo bestaat met betrekking tot de diverse Canto’s is tot de dag van vandaag nog steeds geen enkele Canto los te koop.
Canto tenslotte, is een volstrekt eigen merk. Canto betekent: ‘elk der zelfstandige delen van een episch gedicht’. U weet wel, zoals bij de klassieken waarin de daden van een held werden bezongen. Dit keer is de held een conservenblikje en worden zijn artistieke uitingen hartstochtelijk in beeldrijm door de schilder bezongen. Een beelddicht is het dan ook wel geworden.