Natuurlijk, als museum, dien ik met liefde, en waar het ook maar kan, het hedendaags realisme. Maar, zoals moge blijken uit het ‘eigenwijze’ Mankes Kabinet, heeft ook Jan Mankes een warm plaatsje in het kunsthart. Vandaar dat ik vandaag present was bij de presentatie van alle verzamelde brieven van Jan Mankes in een kloek boekwerk. Daarin zijn natuurlijk ook alles brieven en kaartjes uit de collectie Museum Møhlmann opgenomen. Maar er gebeurde iets raars, iets wat verder niemand is opgevallen.
Een klein dingetje, onbeduidend eigenlijk, maar toch. Zoals bekend verscheen in 2010 het boek Jan Mankes’ Buitenbeeld, met 500 illustraties, waaronder veel ansichtkaarten uit Jan’s tijd die zijn woon- en werkomgeving in beeld brachten. Een ‘beeldbiografie’ , welke begon met één eerste kaartje. Ik weet nog dat al snel een kaartje volgde van Huize Oranjewoud, een voornaam onderkomen dat – weliswaar op grote afstand – vrijwel loodrecht ligt tegenover het voormalig ouderlijk huis van Mankes in de Knipe (eigenlijk ‘t Meer). Die kaart van 1905 heb ik groter in het boek afgedrukt omdat ik er in het midden een hoge paal met karrenwiel op ontdekte met daarop een ooievaar. Iets wat zeker Mankes’ belangstelling had gehad.
Nooit ook maar één seconde gedacht dat ik een eeuw later daar ook zou lopen, over hetzelfde pad, op weg naar Landgoed Oranjewoud, zoals het nu heet, omdat daar de boekpresentatie werd gehouden. Een behoorlijk imponerend onderkomen waar Mankes nooit een voet binnen heeft gezet, maar ik vandaag wel. De ontvangst was in het achterste deel van een enorme kamer en suite. Ik kende niemand en dwaalde met mijn kopje koffie naar de voorste kamer en keek uit over het water richting Museum Belvedere. Maar wat zag ik daar, op dezelfde plaats? De hoge paal met het karrenwiel, met bovenop…een ooievaar. Een eeuw loste op in eiberwitte veren.